‘De Tefaf is de grootste wasserette van zwart geld’

06/06/2011 – 11:36

‘De Tefaf is de grootste wasserette van zwart geld’ ‘De opdracht was ze te verbranden’

 

Op The European Fine Art Fair (Tefaf) in Maastricht wordt BenZuidema tegenwoordig met de nek aangekeken. Vroeger werd de privédetective op de belangrijkste kunstbeurs ter wereld met alle egards ontvangen. “Maar ik heb de oprichter van de beurs van zijn voetstuk gehaald. Handelaren willen me nu niet meer kennen.”

Zuidema begrijpt het wel. Het schandaal dat hij heeft blootgelegd is even onthutsend als tragisch. Tefaf-oprichter Robert Noortman, ooit de grootste kunsthandelaar ter wereld, blijkt na zijn dood een ordinaire oplichter te zijn geweest. “Dit is geen lijk dat uit de kast komt vallen,” zegt Zuidema, “dit is een compleet kerkhof.”

Niet dat het voor de privédetective als een verrassing komt. De kunsthandel heeft veel te verbergen, weet hij al jaren. “De Tefaf is de grootste wasserette van zwart geld in Nederland. Handelaren zijn in feite allemaal offsetdrukkerijen. Ze laten de kunst in Nederland zien, maar de echte zaken worden gedaan op de Kaaimaneilanden of in een ander fiscaal paradijs.”

Criminelen verleggen hun werkterrein vaker naar kunst, zegtZuidema. De miljoenendiefstal van de Frans Hals uit een museum in Leerdam vorige week is er het zoveelste voorbeeld van. “Wie z’n misdaadgeld vooral in onroerend goed heeft geïnvesteerd, kan het niet meenemen als het begint te stinken. Met kunst heb je dat probleem niet.”

Zuidema weet waarover hij praat. De afgelopen dertig jaar wist hij in samenwerking met politiediensten in binnen- en buitenland tientallen kunstroven op te lossen. Zijn naam als meesterspeurder vestigde hij in 1976 toen hij 118 Picasso’s terugbezorgde die gestolen waren uit het Pauselijk Paleis in Avignon. Daarna wist hij onder meer vermiste werken van Rubens en Breughel op te sporen en werd met zijn hulp een roversbende opgerold die op het punt stond valse schilderijen van de negentiende-eeuwse Engelse schilder William Turner te verkopen.

In 1987 verwenen uit de Maastrichtse galerie van Robert Noortman meesterwerken van zeventiende-eeuwse schilders als Jan Brueghel de Jonge, David Teniers, Auguste Renoir, Camille Pisarro, Meindert Hobbema en twee schilderijen van Willem van de Velde. Jaren bleven ze onvindbaar, tot de kunstwerken twee jaar geleden, op het paneel van Hobbema na, dankzij speurwerk van Zuidema en een speciale Amsterdamse eenheid van de Nationale Recherche boven water kwamen. Drie verdachten werden gearresteerd. Noortman had indertijd, zo verklaarden zij, zelf opdracht tot de diefstal gegeven. De kunsthandelaar, die van de verzekering vijf miljoen kreeg uitgekeerd, zou het paneel van Hobbema zelfs in de kachel hebben gegooid.

Robert Noortman, die in januari 2007 op zestigjarige leeftijd overleed, genoot internationaal veel aanzien. Hij wist zich op te werken van tapijtenhandelaar tot hofleverancier van internationale musea en rijke verzamelaars. In 1969 opende hij zijn eerste galerie in Hulsberg, later volgden vestigingen in New York, Londen en Maastricht. Hij was de oprichter van de Pictura, de voorloper van de grote internationale kunstbeurs Tefaf, waarvan hij tien jaar lang voorzitter was, en gold als één van de grootste experts op het gebied van zeventiende-eeuwse Hollandse Meesters. Hij werd onderscheiden met de Franse Chevalier de l’Ordre des Arts et des Lettres en Honorary Liveryman of the City of London en bezat de Zilveren Eremedaille van de stad Maastricht.

Maar Noortman had twee gezichten, zegt Zuidema, die hem in de jaren tachtig in Maastricht leerde kennen. “Noortman was een nobody, hij was kelner en had daarnaast een tapijtenhandel. Op een gegeven moment begon hij een rommelmarkt voor kunst en antiek in Valkenburg, waaruit later uiteindelijk de Pictura is voortgekomen.”

Noortman had een indrukwekkend strafblad, zegt Zuidema. Hij werkte nauw samen met een bende brandkastkrakers die later in amfetaminepillen ging handelen. De organisatie was in 2001 nog het onderwerp van een doctoraalscriptie Nederlands recht van een voormalig politie-inspecteur uit de regio. Noortman figureert hierin onder de codenaam ‘Viking’.

De razendsnelle opmars van Noortman in de kunstwereld wekte volgens Zuidema veel afgunst bij sommige collega’s. “Een Amsterdamse handelaar wilde hem een lesje leren en liet doorschemeren dat hij in New York een topstuk van Meindert Hobbema te koop wist. Op zijn advies schafte Noortman in New York voor 200.000 dollar het doek aan, maar toen het eenmaal was schoongemaakt, bleek het om een werk van zeer matige kwaliteit te gaan. Noortman zat daar geweldig mee in zijn maag, want hij had aan de vooravond van de Pictura aangekondigd dat hij daar een topstuk van een Hollandse Meester ging presenteren. Zo is het plan ontstaan om de diefstal van de negen werken in scène te zetten.”

Noortman incasseerde zijn verzekeringsgeld, vijf miljoen gulden. Meer dan twintig jaar werd er niets meer van de schilderijen vernomen. TotZuidema in december 2008 werd benaderd door een Duitser die beweerde dat hij de kunstwerken kon terugbezorgen. Dat de man serieus genomen moest worden, was voor Zuidema meteen duidelijk. Hij bleek alles te weten over duistere zaken waarbij Noortman in het verleden betrokken was geweest. “Hij wilde dat ik contact opnam met de familie. Als die vijf miljoen betaalde, zouden zij de misdrijven van Noortman niet bekend maken en de schilderijen teruggeven.”

Zuidema heeft niets dan lof voor het Amsterdamse politieteam van de Nationale Recherche, waarmee de zaak uiteindelijk werd opgelost. “Dat team, onder leiding van Edwin de Vos, heeft geweldig werk geleverd. Drie maanden hebben we keihard aan deze zaak gewerkt, van Hamburg tot Brussel en Valkenburg aan de Geul.”

Met ’s werelds grootste databank van gestolen kunst, het Art Loss Register (ALR), bedong Zuidema een forse beloning. Voor zijn speurwerk ontvangt hij dertig procent van de huidige waarde van de schilderijen, een miljoenenbedrag dat hij moet delen met het ALR. Maar het geld nog steeds op zich wachten. De schilderijen staan opgeslagen in een magazijn van het Rijksmuseum in Amsterdam.

De reden waarom het zo lang te duurt, is te bizar voor woorden, vindtZuidema. Kunstdiefstal verjaart in Nederland al na twintig jaar. De voormalige handlanger van Noortman, die de schilderijen jaren in zijn bezit had, claimt daarom nu de rechtmatige eigenaar te zijn. Een civiele procedure verloor hij inmiddels, maar tegen het vonnis ging de man, hoewel zijn strafzaak nog steeds loopt, in cassatie. Deskundigen verwachten dat getouwtrek om de schilderijen nog jaren kan duren.

Zuidema heeft er geen goed woord voor over. “Al bijna 25 jaar ben ik met deze zaak bezig. Ik heb mijn burgerplicht gedaan en misschien wel meer. Een loepzuivere zaak hebben we gedraaid. Daar hoef ik geen schouderklopje voor te hebben, maar ik wil nu wel eindelijk eens betaald worden.”

Er staan grote belangen op het spel. Noortman stierf begin 2007. Zijn galerie Noortman Master Paintings, tegenwoordig gevestigd in de Van Eeghenstraat in Amsterdam, was twee jaar eerder al overgenomen door Sotheby’s. Het veilinghuis staat nu een claim van vele miljoenen te wachten.

Wat de zaak er niet eenvoudiger op maakt, is dat Sotheby’s voor tien procent aandeelhouder is van het Art Loss Register, dat optreedt namens de verzekeraars. Geprocedeerd wordt er nog niet. “Het Art Loss Register hoopt de zaak met Sotheby’s in goed overleg te kunnen schikken en is daarom gebaat bij zo weinig mogelijk publiciteit. De voorzitter, Julian Radcliffe, heeft gevraagd of ik me rustig wil houden. Maar er is een misdrijf gepleegd. Dat hebben we opgelost. Mijn geduld is nu op.”

Het dossier dat hij de afgelopen kwarteeuw over de verdwenen schilderijen van Robert Noortman heeft opgebouwd, is inmiddels meer dan een meter hoog. Stapels belastende informatie over Noortman. “De

Daily Mirror en de Washington Post hangen hier voortdurend aan de lijn, dus als ik dit allemaal naar buiten breng, zal Sotheby’s daar niet erg blij mee zijn.”

Momenteel houdt Zuidema zich bezig met de inbraak in het Westfries Museum en een grote schilderijenroof in Almelo. Hopeloze zaken zijn nu eenmaal z’n hobby, zegt hij. “Langzaam komen we erachter dat in de illegale kunsthandel miljarden omgaan. En de dieven hebben vrij spel, want de pakkans is nihil. Bij de politie ontbreekt de kennis van zaken en bij justitie heeft de opsporing van kunstcriminelen geen prioriteit. Dat maakt dit tot zo’n lucratieve business. Er zijn nu eenmaal voldoende mensen die niet bereid zijn Tefaf-prijzen te betalen.”

Zuidema beschikt over tientallen handgeschreven A4’tjes, vol spelfouten, waarin één van de verdachten opbiecht welke misdrijven hij samen met Noortman heeft gepleegd. ‘Vrijdag 13 februari voor het sluiten van de galerie, alarm staat niet aan, snijdt Robbie (zoals hij toentertijd bekend is in de Heerlense onderwereld) Noortman 1 schilderij uit de lijst, de andere 8 schilderijen worden door Robbie uit de ramen gehaald en in twee vuilniszakken gedaan, 2 schilderijen op doek zijn opgevouwen door Robbie beschadigd in vuilniszak 1 gedaan. Schilderij houten paneel door Robbie in stukken gebroken ook in vuilniszak 1 gedaan, de andere 6 schilderijen de kleinere zitten onbeschadigd in vuilniszak 2. De opdracht van Robbie was de schilderijen meteen te verbranden. Robbie zet het alarm aan, gaat naar buiten geeft meteen bij de deur de twee vuilniszakken aan handlanger 1 Robbie gaat meteen naar café-restaurant om de hoek.’

’s Avonds komt Noortman terug om te kijken of de drie handlangers zijn opdracht hebben uitgevoerd, blijkt uit de aantekeningen: ‘In de veronderstelling dat de andere schilderijen verbrand waren, verbrandt Robbie zelf in de kachel in het bijzijn van 3 getuigen het schilderij van Hobbema Meindert (1638 1709) Oud Hollandse watermolen Schilderij op houten paneel door Robbie in 10 stukken gebroken.’

Kort na de verdwijning van de schilderijen in 1987 werd Zuidema door Noortman ingeschakeld om een onderzoek in stellen. Maar de detective kende de reputatie van zijn opdrachtgever en vond al snel de ene na de andere aanwijzing dat die zelf achter de vermissing zat. Tijdens een gesprek daarover eiste Noortman dat Zuidema zijn onderzoek meteen zou stopzetten. “Hij versteende toen ik hem vertelde wat ik ontdekte. ‘Blijf achter mij, uit. Ik heb je betaald.’ En toen ging hij dreigen. Hij begon over mijn zoon die vaak van Heerlen naar Klimmen naar zijn oma fietste. ‘Als ze willen, kunnen ze hem zo van de fiets afschieten,’ zei hij. Ik kende die brandkastkrakers, die jongens waren tot alles in staat. Dus ik stond voor de keus.”

Zuidema brengt zijn duim en wijsvinger dicht bij elkaar: “Zó dicht ben ik er toen bij geweest. Anders had Noortman in 1987 al in de bak gezeten en was hij daarna nooit zo groot geworden.”

Twee jaar geleden bezorgde privédetective Ben Zuidema negen meesterwerken terug die in 1987 verdwenen uit de kunsthandel van wijlen Robert Noortman. Zijn beloning laat nog steeds op zich wachten omdat de crimineel die de schilderijen in zijn bezit had tot de diefstal was verjaard, zich nu opwerpt als rechtmatige eigenaar.

HENK SCHUTTEN

 

Post a Comment